De 23e kring van de Silsile-i Sadat behoorde tot Imam-i Rabbani (k.s.). In 971 (in het jaar 1564) was hij op Asura geboren in India in het gebied Serhend. Zijn naam was Ahmed, zijn vader Abdülehad, zijn grootvader Zeynelabidin. Zijn bijnaam was Bedruddin en Ebu’l-Berekat. Zijn 28e grootvader was de kalief Ömer (r.a.).
Het bekendst is hij geworden onder de naam Imam-i Rabbani. Hij werd ook de “vernieuwer van het geloof in het tweede millenium” genoemd (müceddid-i elfi sani). Zo werd hij genoemd in de vroegste bronnen door Abdulhakim Siyalkuti. Ook heeft hij de regels van het geloof gecombineerd met de mystieke stroming en kreeg daarom ook de naam Sila. Omdat hij afstamd van Ömer (r.a.) kreeg hij ook de bijnaam “Faruki”. Tenslotte leefde hij in de stad Serhend waardoor hij die bijnaam kreeg. Zijn complete naam is daarom Imam-i Rabbani Mücedded-i Elf-i Sani Ahmed Faruki Sehendi (k.s.). Hij volgt de leer van Imam Ebu Hanife.
Belangrijke uitspraken
“Tot de dag des oordeels zullen er leerlingen in onze kring komen en Allah (de almachtige) heeft alle namen aan mij doorverteld. Mijn connectie met Allah (de almachtige) zal door mijn leerlingen tot de dag des oordeels verdergaan. Imam Mehdi zal ook dezelfde connectie met Allah (de almachtige) hebben.”
“Als je in deze mystieke stroming geen respect toont, zullen bid’at (slechte gedragingen die niet tot het geloof horen) toenemen. Dan zal je het leven op aarde en het hiernamaals verliezen.”
“Mij hebben ze het volgende laten weten: de eigenschappen die jij heb verkregen zullen tot Imam-i Mehdi bij niemand aanwezig zijn.”
“Als iemand in de lucht vliegt of over het water loopt, maar één van de goede gedragingen vermijdt, dan heeft die persoon geen enkele waarde in deze groep.”
Brieven van Imam-i Rabbani (k.s.)
Husu in het gebed (zeer oplettend en gemotiveerd bidden)
“Een gelovige, moet voor zijn hemelvaart, het gebed, na een complete taharet (schoon zijn) en een goed ritueel gewas volbrengen.
Farz (verplichte) gebeden met een cemaat (menigte gelovigen) en het gebed samen met de imam beginnen, zijn twee dingen die je nooit moet vergeten. Het gebed moet ook op het eerste tijdstip worden volbracht en de Koran moet volgens de soenna worden gelezen.
Tijdens rükü en secde (met je hoofd op de grond terwijl je knielend zit) moet je volgens de ta’dil-i erkan bidden (op een rustige en geconcentreerde manier). Tijdens het staan moet je rechtop staan. Ook tussen de twee secde moet er volgens de ta’dil-i erkan worden gebeden.
Tijdens rükü en secde moet je de tesbih (herhaaldelijk noemen van de naam van Allah) op zijn minst driemaal, op zijn meest zevenmaal of elfmaal lezen. De imam moet dit afstemmen op de cemaat. Een persoon die alleen bid moet niet driemaal, maar minstens vijf- of zevenmaal tesbih lezen.
Wanneer je naar de secde moet je je lichaamsdeel dat het dichts bij de grond is eerst op de grond plaatsen. Eerst je knieën, daarna je handen, dan je neus en tenslotte je voorhoofd. Handen en knieën eerst de rechter op de grond plaatsen en wanneer je opstaat moet je eerst je voorhoofd, dan je neus, daarna je handen en ten slotte je knieën omhoog brengen.
Als je staat kijk je naar de plaats van secde, tjidens rükü naar je voeten, tijdens secde naar het puntje van je neus en terwijl je zit naar je handen. De profeet (vrede zij met hem) bad op deze manier en hij keek nergens anders naar. Wanneer je dit doet zal er husu zijn in het gebed.
Tijdens rükü moeten je vingers open staan en tijdens secde dicht. Dit is volgens de soenna. De profeet (vrede zij met hem) gaf aan dat dit vele zegeningen heeft. Wij moeten onze profeet volgen.”
Je tijd goed besteden in de weinige dagen die we hebben
Een slim persoon moet in het korte leven zich inspannen om Allah (de almachtige) tevreden te stellen. Een leven waarin de dienaar Allah (de almachtige) niet tevreden kan stellen is geen leven. Allah (de almachtige) ziet alles, weet alles en is altijd aanwezig. Daarom moeten wij ons schamen tegenover Allah (de almachtige). Wanneer iemand weet dat een ander zijn slechte en schaamtevolle daden zal zien, wilt hij namelijk niet dat hij gezien wordt.
Ik vertel met verdriet dat een groot deel van de mensen de macht heeft om zich in te spannen voor Allah (de almachtige), maar ze vrezen hem niet, worden niet verdrietig en ze staan er niet bij stil. Wat voor moslim is iemand die niet schaamt voor Allah, maar wel voor een persoon. Wij zoeken bescherming bij Allah (de almachtige) voor de slechtheid van het geweten.
‘La ilahe illallah’ zeggend moeten jullie je geloof steeds vernieuwen wordt verteld door de profeet (vrede zij met hem). Daarom moeten wij dit elk moment zeggen. We moeten Allah (de almachtige) vergiffenis vragen voor onze zonden en we moeten ons aan hem wenden. We moeten niet wachten op een andere tijd. De profeet zei immers: “Degene die uitstellen, hebben verloren.”
Elk moment moet als een buitenkans worden gezien en een moment om Allah (de almachtige) tevreden te stellen.
Vergiffenis kan enkel aan Allah (de almachtige) gevraagd worden.
Vergiffenis vragen aan Allah (de almachtige) moet gevraagd worden via grote geestelijken die hoge graden hebben bereikt in de Islam. Zij zullen voor jullie vergiffenis vragen aan Allah ( de almachtige) en jullie zo redden.
Zijn sterven en graftombe
Imam-i Rabbani is 28 Safer 1034 (in het jaar 1624) op 63-jarige leeftijd in Serhend overleden. Zijn graftombe is nu in de grenzen van India, in de stad Serhend behorend bij de Pencab provincie.