ZIJN LEVEN

H’adhrat Süleyman Hilmi Tunahan Qoeddisa Sirroeh (Moge zijn ziel worden geheiligd) Efendi is ter wereld gekomen in het jaar 1888 (Hidjrie 1305/Roemie 1304) in het dorpje Ferhatlar (tegenwoordig Delçevo) bij de stad Hezargrad (tegenwoordig Razgrad) in de regio Silistra die zich tegenwoordig binnen de grenzen van Bulgarije bevindt. Zijn vader Hocazade Osman Fevzi Efendi (1845-1928) had zijn studie afgerond in Istanbul en is jarenlang als moedarris (hoogleraar) in dienst geweest bij de Satirli Madrasa (School) en Haci Ahmed Pasa Madrasa. Zijn moeder heette Hatice Hanim. Zijn grootvader heette Mahmud Efendi die bekend was met de naam Kaymak Hafiz (Qaarie) en die overleed op 110 jarige leeftijd.

De als Hocazadeler (Zonen van Leraren) bekende adellijke familie stamt af van Seyyid (Nakomeling van onze Profeet) Idris Bey. Idris Bey werd door Fatih Sultan Mehmet aangesteld als de gouverneur (Han) van de Donau (Tuna). Bovendien heeft de sultan Idris Bey gehuwd met zijn zusje.

H’adhrat Süleyman Efendi heeft net als zijn vader gebruik gemaakt van de titel Hocazade en heeft met de Wet op Achternamen gekozen voor de achternaam “Tunahan” en is hij bekend geworden met de bijnaam Aboe-l Faaroeq (Vader van Faaroeq) vanwege zijn zoon Faaroeq die op jonge leeftijd overleed.

Toen zijn vader Osman Efendi zijn studie voortzette in Istanbul kreeg hij een opmerkelijke droom te zien. In zijn droom zag hij dat een deel van zijn lichaam opsteeg naar de hemel en licht zaaide over de wereld. Hij verklaarde zijn droom als “één van zijn nakomelingen die de wereld spiritueel zal verlichten”.

Wanneer Osman Efendi terugkeert naar Silistra treedt hij in het huwelijk. Van de vier zonen die ter wereld komen, Fehim, Süleyman Hilmi, Ibrahim en Halil, ziet hij de bekwaamheid die overeenkomt met de verklaring van zijn droom bij zijn zoon Süleyman Hilmi. Hij besteedt speciale aandacht aan zijn opvoeding.