De 24e kring van de Silsile-i Sadat behoorde tot Mohammed Masum (k.s.), de derde zoon van Imam-i Rabbani (k.s.). Na Imam-i Rabbani (k.s.) heeft hij de leiding van zijn mystieke stroming voortgezet.
Zijn bijnaam was Mecdüddin en hij werd bekend als Urvetül-Vüska. 11 Sevval 1007 (in het jaar 1598) was Mohammed Masum (k.s.) geboren in Mülk-i Haydar, een plaats op een afstand van 3 km van Serhend. Zijn vader, Imam-i Rabbani, had aangegeven dat de geboorte van zijn derde zoon erg bijzonder was. Een paar maanden voor zijn geboorte had Imam-i Rabbani (k.s.) namelijk kennis gemaakt met zijn meester Mohammed Bakibillah (k.s.) en al zijn kennis en spiritualiteit geleerd.
Zijn sterven en graftombe
Toen hij nog gezond en jong was, kreeg hij ineens pijn toen hij les gaf uit het boek Miskatu’l-Mesabih. Die pijn spreidde zich tot het gehele lichaam. Hij hield de pijn vol en ging gemotiveerd door met het gebed. In Serhend ging hij zich afzonderen en schreef hij in brieven: ”De Fakir Mohammed Masum gaat deze wereld verlaten. Bid voor hem dat hij ook in zijn laatste adem met iman sterft.”
9 Rebiülevvel 1079 (in het jaar 1668) stierf hij tijdens het tweede gebed (Zuhr) in Serhend. Toen hij begraven werd regende het zo hard dat gezegd werd dat de hemel zeer verdrietig was. Zijn graftombe is dichtbij die van zijn vader, Imam-i Rabbani (k.s.). Zijn graftombe werd op de graftombe van zijn eerder overleden leerling, de commandant van Babür, Evrengzib Alemgir gebouwd. De graftombes van zijn drie zonen zijn ook ernaast. Zijn graftombe is in Serhend. De leiding over de mystieke stroming ging verder met zijn vijfde zoon, Seyh Seyfüddin Arif (k.s.).